ANALYSE – De prijs van een liter benzine kan de komende tijd zomaar richting 2 euro kruipen. Dat is slecht nieuws voor autobezitters, maar het klinkt handelaren in Russische roebels en Noorse kronen als muziek in de oren. Immers: landen die grote olie- en gasexporteurs zijn zien hun economische vooruitzichten verbeteren en dat is ook terug te zien op de valutamarkt.

Sinds half augustus is de prijs van een vat Brent-olie opgelopen van 71 dollar tot bijna 82 dollar. Dat is het hoogste niveau sinds het najaar van 2015.

Die flinke stijging is in ieder geval  deels te danken aan de Amerikaanse president Donald Trump. De sancties die hij oplegt aan Iran, zorgen ervoor dat er in november 2 miljoen vaten olie per dag minder de wereldmarkt opstromen.

Een andere factor die de olietoevoer bedreigt, is de economische chaos in Venezuela. De productie in dat land is de afgelopen jaren al gehalveerd.

Hogere olieprijs speelt roebel in de kaart

Verschillende grondstofhandelaren voorspellen dat de Brent-prijs door kan schieten naar 100 dollar. Een dergelijke prijsstijging gaat flink pijn doen aan de pomp.

De adviesprijs voor een liter Euro 95 is nu al 1,784 euro. In het huidige tempo is het een kwestie van tijd voordat het record van 1,8950 euro uit 2012 sneuvelt.

Op valutamarkten zorgt de stijgende energieprijs ervoor dat zogenoemde olievaluta in de lift zitten. De roebel is de afgelopen twee weken met ruim 5 procent gestegen ten opzichte van de euro. De opmars is een stuk sterker dan die van bijvoorbeeld de Noorse kroon, die ruim 2 procent meer waard werd.

Inkoop olie duurder in euro's

De opmars van de roebel is in een stroomversnelling terecht gekomen doordat handelarenposities moeten afdekken waarmee ze inspeelden op een verdere daling van de Russische munt. Die stond net als valuta’s van andere opkomende markten onder druk van een oplopende Amerikaanse rente.

Die hogere Amerikaanse rente draagt overigens ook bij aan de hogere prijzen aan de pomp. De dollar is in het afgelopen half jaar ongeveer 5 procent meer waard geworden ten opzichte van de euro. Aangezien olie in dollars wordt afgerekend, draagt die opleving ook bij aan de stijgende benzineprijs.

Inflatie

Als de benzineprijs daadwerkelijk stevig oploopt, heeft dat ook gevolgen voor de euro. Hogere energieprijzen stuwen de inflatie op, waardoor de ECB in de verleiding kan komen om de rente eerder dan gepland te verhogen. De euro krijgt dan een duw in de rug, terwijl het eindelijk ook weer de moeite gaat lonen om wat geld op een spaarrekening te zetten – als ten minste niet alles opgaat aan hogere benzinekosten.

Het is echter nog vroeg om al positie te kiezen voor dit scenario: een paar tweets van Trump... en zaken kunnen weer helemaal anders liggen.

Laurens Maartens  is valuta-expert bij de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij (NBWM). Hij geeft commentaar op de actuele valuta-ontwikkelingen. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer. Deze informatie is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen via de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij NV.